Elk jaar opent de KU Leuven haar deuren voor leer- en nieuwsgierige kinderen tussen 8 en 13 jaar. Zij kunnen dan de universiteit bezoeken, lessen van echte proffen bijwonen en het academische personeel overstelpen met vragen over alles wat hen bezighoudt.

Met behulp van professor Manuel Sintubin bundelde Geert Bouckaert de leukste vragen i.v.m. natuurverschijnselen uit de eerste drie edities tot het boek Als de aarde haar spierballen laat rollen. In vier hoofdstukken worden orkanen, aardbevingen, tsunami's en vulkanen onder de loep genomen en grondig uit de doeken gedaan. In het laatste hoofdstuk leren de kinderen hoe ze zelf geoloog kunnen worden en gaan ze aan de slag met eenvoudige proeven. Toch hoeven ouders niet meteen in paniek te slaan: een enkel experiment levert vrij spectaculaire resultaten op, maar verder zijn de proeven bijzonder veilig en onschuldig.

Het boek is overzichtelijk en goed georganiseerd. Elk hoofdstuk behandelt een van de bovengenoemde fenomenen en is opgesplitst in vijf onderdelen, die telkens een antwoord bieden op een andere vraag. Op die manier wordt de materie, die toch behoorlijk moeilijk is, een stuk overzichtelijker. De auteurs slagen erin om een schat aan informatie door te geven zonder dat die ook maar één enkel ogenblik onoverkomelijk lijkt. Je hebt dan ook nauwelijks in de gaten dat er gedoceerd wordt. Ingewikkelde termen en natuurkundige processen worden begrijpelijk uitgelegd op het niveau van de kinderen, en aan het einde van elk hoofdstuk krijgt de lezer de kans om zijn kennis te testen aan de hand van eenvoudige meerkeuzevragen.

Ann De Bode zorgde voor mooie en gevarieerde illustraties. Ze combineert daarvoor verschillende grafische technieken met collages van foto's, wat de prenten een dynamische indruk geeft. Opvallende en bijzonder geslaagde elementen zijn de terugkerende golven of krullen, de (fragmenten uit) oude prenten en de rondvliegende letters. Afbeeldingen van mensen en dieren krijgen foto's van echte ogen, neuzen en oren opgeplakt. Het resultaat is keer op keer verrassend. Bovendien zit er een flinke dosis humor in de tekeningen verwerkt, die de zware onderwerpen wat relativeren. Zo passeren o.a. een vliegende heilige, haardrogerorkanen en spaghetti-etende wetenschappers de revue. Of hoe wetenschap ook leuk en kleurrijk kan zijn.

Toch nog een klein minpunt: in de kennisquiz bij het eerste hoofdstuk stond 'overspelige vrouw' tussen de mogelijke antwoorden. Nadat de verbazing over de keuze voor dit adjectief was weggeëbd (wie het woord kent valt hoogstwaarschijnlijk al een flink stuk buiten de doelgroep), bekroop mij een licht gevoel van irritatie. De twee andere opties waren namelijk 'opperhoofd' en 'god', beide mannelijke woorden met een duidelijk positieve connotatie. Door van de derde optie 'wetenschapster' te maken, had de auteur met beide handen de kans kunnen grijpen om een vleugje emancipatie toe te voegen... [Tine Mortier] Verberg tekst

Is er verschil tussen een orkaan en een tyfoon? Hoe ontstaat een aardbeving? Wat veroorzaakt een tsunami? Waarom barst een vulkaan uit? Deze en vele andere vragen over natuurlijke gevaren worden in dit boek beantwoord. Er zijn vier delen met elk vijf hoofdstukken van een dubbele pagina. De goed opgebouwde informatie over orkanen, aardbevingen, tsunami’s en vulkanen is begrijpelijk en overzichtelijk, prettig om te lezen en boeiend. Elk deel sluit af met tien multiplechoicevragen in ‘Test je kennis!’, waarvan de juiste antwoorden achterin staan. In deel vijf wordt kort uitgelegd wat een geoloog doet, benoemt specialisaties binnen dit vakgebied en vermeldt de studieduur. Tot slot zijn er vijf verhelderende proefjes. De collageachtige kleurenillustraties zijn origineel en treffend. Jaarlijks organiseert de katholieke universiteit van Leuven een ‘kinderuniversiteit’, waarin kinderen les krijgen van professoren en in workshops aan de slag kunnen. De auteur bundelde naar aanleiding van de lessen van professor Sintubin (aardwetenschapper) de leukste kindervragen. Vanaf ca. 9 t/m 12 jaar. Verberg tekst

Een nieuwe en aantrekkelijk klinkende titel in de voortreffelijke reeks 'Kinderuniversiteit'. Boeken die de neerslag zijn van een dagje aan de K.U.Leuven, speciaal voor kinderen georganiseerd. In dit boek bundelde Geert Bouckaert de interessantste en leukste vragen over vulkanen, orkanen, tsunami’s en aardbevingen. In een heldere en bevattelijke taal wordt telkens bij een ander indrukwekkend aards fenomeen stilgestaan. In een eerste hoofdstuk wordt het verschil tussen een orkaan en een tyfoon uitgelegd, met verwijzingen naar de etymologische oorsprong van de woorden; wordt uiteengezet hoe een orkaan ontstaat, welke topsnelheden een orkaan haalt, ... In een tweede hoofdstuk wordt ingezoomd op aardbevingen. In een derde hoofdstuk wordt het fenomeen tsunami’s onderzocht; wat het verschil is tussen een vloedgolf en een tsunami, hoe een tsunami veroorzaakt wordt, ... In een vierde hoofdstuk worden vulkanen onder de loep genomen: hoe een vulkaan ontstaat, waarom ze uitbarst, of een uitgedoofde vulkaan weer tot leven kan komen, ... Het vijfde en laatste hoofdstuk gaat over geologie en bevat vijf leuke proefjes om zelf orkanen, aardbevingen, tsunami’s en vulkaanuitbarstingen na te bootsen en zo te begrijpen hoe de vork in de steel zit. Elk hoofdstuk rondt af met een kennistestje. Leuk om na te gaan of je alles begrepen hebt, of om uit te pakken met je kennis bij je vrienden. Ann de Bode vrolijkt de stukken tekst op met speelse en dynamische illustraties.
Verberg tekst